Waarom worden we allemaal zwaarder?

Gepubliceerd op 12 juli 2016

Wetenschappers buigen zich intussen al jaren over de vraag waarom we collectief steeds zwaarder worden. Een eensluidende verklaring werd nog niet gevonden, maar het is duidelijk dat er niet één oorzaak aan de basis ligt.

Oorzaken van overgewicht

De belangrijkste oorzaak is het onevenwicht in onze energiebalans. We krijgen meer calorieën binnen dan we verbranden. Bewerkte producten met veel vet en suiker dragen daar zeker aan bij.

Daarnaast verbruiken we minder dan we binnenkrijgen omdat we veel te weinig bewegen. Wetenschappers wijzen er in deze context op dat het niet betekent dat je elke dag intensief moet gaan sporten. Matig intensieve activiteiten zijn belangrijker omdat je ze lang kunt uitvoeren en ze meer bijdragen aan je totale energieverbruik dan intensieve activiteiten.

Ten derde zijn er ook een aantal psychische en sociale factoren die bijdragen aan overgewicht. Dat kunnen zowel heel persoonlijke kenmerken zijn als bepaalde houdingen. Emotie-eters laten hun voedingsgewoonten bijvoorbeeld sterk beïnvloeden door hun humeur. Ze gebruiken eten om zich gelukkiger te voelen, waarbij de ene meer eet dan goed voor hem of haar is en de andere juist minder. Externe eters voelen dan weer een drang om te eten zodra ze eten zien. Voor hen is de ‘obesogene’ omgeving – een omgeving waarin voedsel constant beschikbaar is – een groot probleem. Ze verliezen de controle over hun eetgedrag en eten telkens meer dan goed voor hen is. Ten slotte heb je de lijngerichte eters, die veel bezig zijn met hun gewicht. Periodes van streng lijnen worden afgewisseld met periodes waarin ze toegeven aan hun hongergevoel en gaan overeten. Daardoor ontstaat het jojo-effect, waarbij ze telkens weer afvallen maar vervolgens ook weer bijkomen.

Ook de maatschappij waarin we momenteel leven, draagt bij aan de problematiek. We worden constant uitgenodigd om meer te eten, maar krijgen tegelijkertijd geen prikkels om te bewegen. We leven helemaal anders dan pakweg vijftig jaar geleden. Vroeger stond de thermostaat bijvoorbeeld op 18 °C, nu op 21 °C. Ons lichaam moet dus veel minder moeite doen om warm te blijven en verbruikt minder calorieën. We slapen bovendien veel minder. Dat geeft ons in de eerste plaats meer tijd om te (over)eten en bovendien zijn we vaker moe, waardoor we minder controle hebben over ons eetgedrag. Onze kinderen zitten steeds vaker achter een scherm in plaats van buiten te spelen.

Ten slotte is je gewicht deels genetisch bepaald. Overgewicht en obesitas worden in dat geval versterkt door de omgeving waarin iemand opgroeit. Als je genen hebt die het honger- en verzadigingsgevoel minder goed regelen, moet je er dus voor zorgen dat ze geen ‘vruchtbare bodem’ krijgen waarin ze goed gedijen.