Spoel de aardappelen en boen ze goed schoon. Snij de aardappelen in stukken van 3 cm en verdeel de bloemkool in roosjes. Maak de spruitjes schoon en halveer ze. Zet de aardappelen, bloemkoolroosjes en de spruitjes net onder water in een ruime pot en kook ze zo’n 8-10 minuten tot ze beetgaar zijn. Giet af en houd warm.
Verhit de margarine in een pan op een middelhoog vuur. Kruid de varkenskoteletten met zwarte peper en bak zo’n 2-3 minuten aan elke kant. Haal uit de pan en wikkel in aluminiumfolie om te laten rusten. Laat de pan op een zacht vuurtje staan.
Saus: pel de gele ui en snipper fijn. Fruit de ui zo’n 2-3 minuten in de pan van het vlees en blus daarna met 250 ml water. Verkruimel de bouillon in de pan en voeg de tijm en het maïszetmeel toe. Roer zo’n 3-4 minuten tot de saus goed gebonden is. Breng op smaak met zout en zwarte peper. Houd warm.
Hak de krulpeterselie en de walnoten fijn.
Puree: giet de aardappelen en groenten af. Stamp samen met de melk tot een smeuïge puree. Voeg de helft van de peterselie en de walnoten toe en breng op smaak met de nootmuskaat, zout en zwarte peper.
Leg op elk bord een varkenskotelet en lepel er wat van de saus over. Schep er een portie van de puree naast en serveer. Werk af met de rest van de peterselie. Smakelijk!