Verwarm de oven voor op 200°C en bekleed een bakplaat met bakpapier.
Spoel de aardappelen en boen ze goed schoon. Snij ze in blokjes van zo’n 3 cm en leg ze op de bakplaat. Giet er 2 kl olie over en kruid met het paprikapoeder en zwarte peper. Hussel alles goed onder elkaar en schuif de oven in voor zo’n 25-30 minuten.
Schnitzels: verdeel 2 el bloem over een bord en wentel er de kippenlapjes door. Verhit 2 kl olie in een grote pan en bak zo’n 4-5 minuten aan beide kanten tot ze lekker knapperig zijn. Haal de schnitzels uit de pan en laat ze uitlekken op keukenpapier.
Champignonsaus: snij de champignons in plakjes en bak ze 5 minuten in het braadvocht van de schnitzels. Voeg de rest van de bloem en 50 ml water toe. Verkruimel er het groentebouillonblokje over en giet er de room bij. Roer er de mosterd door en breng op smaak met zout en zwarte peper.
Hak de oregano en de krulpeterselie fijn. Meng de helft van de kruiden onder de champignonsaus en laat zo’n 3 minuten sudderen op een zacht vuur met het deksel op de pan.
Leg de schnitzels in de champignonsaus en verwarm zo’n 2 minuten.
Controleer of de aardappelen gaar zijn. Serveer de aardappelen met de schnitzels en de champignonsaus. Werk af met de rest van de oregano en krulpeterselie. Smakelijk!